De Aeronautical Obstacle Evaluation Maps (AOEM) laten toe om te identificeren of een advies vereist is voor een constructie die, door zijn hoogte, een invloed zou kunnen hebben op de luchtvaart.

De Aeronautical Obstacle Evaluation Maps (AOEM) laten toe om te identificeren of een advies vereist is voor een constructie die, door zijn hoogte, een invloed zou kunnen hebben op de luchtvaart: indien de geplande constructie of structuur de hoogte overschrijdt die aangegeven wordt in de kaart, zal het Directoraat generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer om advies worden gevraagd. De hoogte aangegeven op de kaart wordt bepaald door de federale minister bevoegd voor de burgerluchtvaart en de federale minister bevoegd voor Defensie. Deze hoogte wordt bepaald om de burger- en militaire vliegvelden, de visuele luchtvaartroutes, de militaire luchtvaartzones en de burger en militaire luchtvaartinrichtingen voor communicatie, navigatie en bewaking (CNS) te beschermen. Bijgevolg laat het gebruik van deze kaart de toepassing van de volgende Regelgeving toe: Verordening (EG) Nr. 1108/2009 Van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten en tot intrekking van Richtlijn 2006/23 EG.

De brongegevens rond de hoogtebeperkingen zijn afkomstig van Brussel Airport Company, skeyes, Service Public de Wallonie, het Ministerie van Defensie en het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV). Deze worden geleverd in AutoCAD-formaat (.dwg), ShapeFile-formaat (.shp), KML-formaat (.kml) of als file geodatabase (.gdb).

De gebruikte referentiesystemen variëren per instantie. Als horizontaal referentiesysteem wordt gebruikgemaakt van Lambert 2008 of Lambert 72, de hoogtebeperkingen worden gedefinieerd als een hoogte boven zeeniveau (TAW) of een hoogte boven het maaiveld (above ground level – AGL).

De brongegevens worden gecombineerd met het digitale terreinmodel van het NGI om zo rasterbestanden te creëren in Lambert 2008 of Lambert 72, met de hoogte boven zeeniveau of de hoogte boven het maaiveld. In totaal ontstaan er hierdoor 20 individuele GEOTIFF-rasters. Deze kaarten worden in de eerste plaats gebruikt in functie van de luchtvaartveiligheid en stellen het DGLV als gebruiker in staat de bron van de limieten te identificeren voor elke unieke locatie.

Naast de individuele kaarten worden er ook 4 globale overzichtskaarten gegenereerd, waarbij de meest strikte hoogtebeperking per punt wordt weerhouden. Eén van deze kaarten, in Lambert 2008 en met de AGL-hoogtebeperking, wordt publiek beschikbaar gesteld als dataset en view service via geo.be onder de naam ‘Belgische evaluatiekaart voor luchtvaartobstakels’.

Het gebruik van deze kaart laat voor het Vlaamse Gewest de toepassing van de regelgeving rond de omgevingsvergunning toe. De gegevens voor het Vlaamse Gewest werden daarom tevens overgenomen op de website van Informatie Vlaanderen.