Als je het vliegtuig neemt, ga je ervan uit dat de piloten je veilig naar je bestemming zullen brengen. En de piloten gaan ervan uit dat ze bij het opstijgen en landen geen obstakels zullen ontmoeten. Maar zijn ze wel zeker? Als het hierbij gaat over gebouwen of andere constructies, durven we daar volmondig “ja” op antwoorden.

Al ongeveer 30 jaar produceert het NGI Lowair en TFC(L) luchtvaartkaarten voor Defensie. Beide bevatten ongeveer dezelfde informatie: de plaats van obstakels, de hoogte van het terrein, belangrijke zones en informatie voor de luchtvaart, alles geprojecteerd op een topografische kaart met een schaal van 1:250000. Het belangrijkste verschil tussen de twee kaarten is hun uiterlijk. Terwijl de ene aangepast is aan de voorkeuren van onze militaire en civiele klanten, is de andere volledig gebaseerd op de opgelegde NAVO-normen.

In 2014 stelden het ministerie van Landsverdediging en de FOD Mobiliteit en Vervoer het NGI aan om de obstakels voor de luchtvaart ook digitaal in kaart te brengen. Na een voorafgaande studie in 2014 en 2015 ging het project eTOD (electronic Terrain and Obstacle Data) echt van start in 2016.

Het NGI kon hierbij vertrekken van de bestaande obstakeldatabank waarvan de gegevens aangepast moesten worden aan de specificaties van het project. Dit betekende onder andere dat de gegevens in de inernationale standaardcoördinaten omgezet werden (voor de specialisten: van Lambert 2008 + Oostends peil naar WGS 84 + EGM 2008). Daarnaast werd de informatie over de obstakels uitgebreid, terwijl de obstakels zelf ook nog nauwkeuriger ingetekend moesten worden. Nieuwe updateprocessen en een doorgedreven kwaliteitsmonitoring vervolledigen het plaatje. Het NGI zal deze dataset in samenspraak met de civiele en militaire luchtvaartautoriteiten blijven controleren en bijwerken voor het Belgische grondgebied, in een meerjarige cyclus. Elk jaar zal het NGI voor een deel van het grondgebied grondig nakijken of alle obstakels die in het terrein vastgesteld worden ook correct en volledig in de databank zijn opgenomen.

Om gegevens nog sneller te kunnen actualiseren werd in samenwerking met het ministerie van Landsverdediging, de FOD Mobiliteit en Vervoer, skeyes en GIM een platform ontwikkeld waar bouwverantwoordelijken, ondersteund door landmeters-experten, melding kunnen maken van nieuwe of gewijzigde obstakels of belangrijke reliëfwijzigingen. De verwachting is dat het wetgevend kader voor het verplichte gebruik van dit platform, dat werd bekroond met een GeoSpatial Award 2022, zal worden voltooid in 2023.

Over het NGI

Het NGI is een autonome overheidsorganisatie onder voogdij van de Minister van Defensie, en wil fungeren als het nationaal geo-informatiecentrum en het centrale aanspreekpunt voor geografische kennis in België. Het zorgt ervoor dat actuele, betrouwbare en vlot toegankelijke kennis over het grondgebied beschikbaar is op duurzame wijze en dat de federale overheid daar gebruik van maakt om betere beslissingen te nemen.