De Tweede Algemene Waterpassing (TAW), die van 1947 tot 1968 werd uitgevoerd, omvat zowat 17.000 merktekens die over het hele land verspreid zijn. De re-iteratie van dat net werd van 1981 tot 2000 uitgevoerd. Tussen 2005 en 2017 werden delen van dit netwerk voor de derde keer gemeten. Telkens werd de techniek van optische waterpassing toegepast. Een algemene herberekening van alle waterpassingsmerktekens werd in 2018 uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn beschikbaar via de geodetische documentatie GDOC

Referentievlak van de TAW:

Als nulpunt hebben we een “Fundamenteel Punt” gekozen, namelijk het punt GIKMN gelegen in de Koninklijke Sterrenwacht van België te Ukkel. Dat punt maakte reeds deel uit van de Nauwkeurigheidswaterpassing (NW), uitgevoerd op het einde van de 19e eeuw. Vanaf het midden van vorige eeuw werd de hoogte ervan, 100.174 meter, als vaste waarde gebruikt voor alle berekeningen van het waterpassingsnetwerk. Deze hoogtewaarde werd afgeleid uit de gemiddelde laagwaterstanden te Oostende (hoogte 0 m), gemeten in de periode 1834 – 1853.